Structurele grondwateroverlast aanpakken
Aanpak structurele grondwateroverlast
De grondwaterzorgplicht is onderdeel van de gemeentelijke watertaken. We hebben een regierol in de aanpak van structurele grondwateroverlast in het stedelijk gebied. We geven duidelijk en helder aan wat de burger wel en wat niet van de gemeenten en het waterschap kan verwachten. In de praktijk zien we in de regio niet veel problemen met grondwateroverlast.
Voor de duidelijkheid hanteren we de volgende definitie:
Er is sprake van structurele grondwateroverlast als nadelige gevolgen, zoals schade aan gebouwen of infrastructuur leidt tot een substantiële waardedaling van woningen of een veel hoger energieverbruik. Bovendien moet de grondwateroverlast:
-
wederkerend zijn (tenminste jaarlijks);
-
gedurende langere tijd voorkomen (tenminste 1 maand continue);
-
niet tijdelijk zijn (tenminste 5 jaar);
-
stabiel of toenemend zijn.
Ontwateringsdiepte en bouwpeil bij (her)ontwikkeling
Grondwater is altijd een aandachtspunt bij stedelijke uitbreiding of (her)ontwikkeling. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom schrijven we een minimale ontwateringsdiepte voor. Dat moet ervoor zorgen dat grondwateroverlast voorkomen wordt. De ontwateringsdiepte is het verschil tussen de hoogte van het grondwaterpeil en de hoogte van het grondoppervlak (maaiveld).
Gangbare normen voor de ontwateringdiepte en drooglegging
-
Ontwateringsdiepte:
-
-
Woningen met kruipruimte 0,70 m – maaiveld
-
Woningen zonder kruipruimte 0,50 m – maaiveld
-
Tuinen en openbare groenvoorzieningen 0,50 m – maaiveld
-
Primaire wegen 0,90 - 1,00 m
-
Secundaire wegen + woonstraten 0,70 m
-
-
Drooglegging:
-
-
Drooglegging bij normaal waterpeil: 1,00 – 1,20 m
-
Bij de inrichting van nieuw stedelijk gebied sluiten we in principe aan bij de huidige grond- en oppervlaktewaterpeilen. Daarnaast mogen er als gevolg van de inrichting van het betreffende gebied geen negatieve effecten op de omgeving ontstaan (verdroging of vernatting).
Grondwatergevoelige gebieden
Delen van onze gemeenten liggen in de grondwaterfluctuatiezone: een zone die extra gevoelig is voor grondwateroverlast. Klimaatverandering leidt in die gebieden naar verwachting tot een lokale stijging van het grondwater. Daarnaast is de verwachting dat de stand van het grondwater sterker gaat fluctueren.
In onze gemeenten beperken grondwatergevoelige gebieden zich tot een aantal bekende locaties, zoals richting de randmeren in de gemeente Nunspeet, nabij de polder in de gemeente Oldebroek en richting de IJssel in de gemeente Hattem. Hier zijn we ons bewust van. Het is van belang om hiermee bij de inrichting of herinrichting van stedelijk gebied rekening te houden en zonodig maatregelen te nemen. Wanneer gebouwd gaat worden in de grondwaterfluctuatiezone houden we met toekomstige veranderingen van de grondwaterstand.
Grondwaterfluctuatiezone
De grondwaterfluctuatiezone is een gebied rondom het Veluwe massief (in Gelderland) en langs de Utrechtse Heuvelrug (in Utrecht).
Als de klimaatverandering doorzet, dan zullen de grondwaterstanden structureel blijven stijgen; daarnaast kunnen ook langjarige (niet trendmatige) schommelingen van de neerslag voor hoge grondwaterstanden zorgen. De combinatie van deze twee processen zorgt ervoor dat in de grondwaterfluctuatiezone de kans op grondwateroverlast verder zal toenemen. Het kan hierdoor gebeuren dat in gebieden waar nu geen overlast is, in de toekomst wel wateroverlast optreedt.
De grondwaterstijging zal het grootst zijn in gebieden waar goede ontwateringsmiddelen (beken, sloten, drainage) ontbreken. In het centrale deel van de Veluwe zit het grondwater zo diep dat een verhoging van de grondwaterstand daar niet snel tot problemen zal leiden. De stijging van de grondwaterstand zal beperkt blijven in de lagere delen waar voldoende ontwateringsmiddelen zijn, zoals nabij de Rijn, in het IJsseldal en de Gelderse Vallei. Juist in de overgangszone tussen de twee genoemde gebieden - op de flanken van de Veluwe - kan grondwateroverlast optreden.
Bron: Provincie Gelderland et al. (2009). De grondwaterfluctuatiezone: en de invloed op ruimtelijke ontwikkelingen.
Bron afbeelding: Aveco de Bondt