Oppervlaktewater

Stedelijk oppervlaktewater kan niet los gezien worden van onze zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Waterketen en watersysteem functioneren immers als één geheel. Daarom nemen we stedelijk oppervlaktewater mee in dit plan.

We kiezen ervoor om oppervlaktewater in landelijke gebied niet op te nemen in dit Beleids- en beheerplan Water en Riolering. Dit oppervlaktewater maakt wel deel uit van het watersysteem, maar valt zo ver buiten de scope en verantwoordelijkheden van gemeenten dat het niet thuis hoort in dit plan. Voor beleid en informatie over oppervlaktewater in landelijk gebied verwijzen we door naar Waterschap Vallei en Veluwe.

Categorieën oppervlaktewater

Binnen onze gemeenten liggen verschillende categorieën oppervlaktewater. De grote wateren met een belangrijke afvoerende functie (A-watergangen) zijn in beheer bij het waterschap. De IJssel, de meeste grote watergangen, strengen en plassen in de uiterwaarden en het Veluwemeer zijn in eigendom en beheer van Rijkswaterstaat of een natuurorganisatie.

De gemeenten hebben een deel van de kleinere watergangen (B- en C-watergangen) in beheer. Dit zijn watergangen met een afvoerende functie. Vaak zijn de aangelanden aan beide zijden van de B-watergang elk voor de helft eigenaar/beheerder. In veel gevallen betekent dit dat de gemeente de ene helft van de watergang beheert en een andere eigenaar (bijvoorbeeld een agrariër) de andere helft.

We beheren daarnaast C-watergangen en bermsloten. Veel van deze watergangen zijn zogenaamde zaksloten die dienen voor de ontwatering van de wegen in het buitengebied.

We beheren ook een aantal retentievoorzieningen, dat zijn bijvoorbeeld vijvers of wadi’s met een waterbergende functie. Een deel van deze voorzieningen zijn droogvallend en moeten regelmatig gemaaid worden.